Zaterdag 19 juli
Die ochtend waren wij vanaf half 11 operationeel. Er lagen al een aantal mensen op het strand maar de verwachting was dat i.v.m. het weer er een grote drukte zou komen. Tom en ik begonnen met
een looppatrouille over het strand en deelden aan ouders van jonge kinderen gratis polsbandjes uit. Hier konden zij dan hun mobiele nummer opschrijven. Mocht het kind vermist raken, dan waren de
ouders snel bereikbaar. Na de looppatrouille wisselden we van positie en ging ik in de boot samen met Rico. Samen speurden we het water af naar mogelijk gevaarlijke situaties. Wat we vooral deden
was het waarschuwen van zwemmers die ver de plas opzwommen. We vertelden ze dat de kans op kramp groot was en dat het dat ze dan in de problemen zouden kunnen komen. Een klein deel van de
mensen vatte dit goed op en zwom terug naar de kant. Het overgrote deel trok zich er echter niets van aan en zwom vrolijk verder. Gelukkig heeft dit niet tot gevaarlijke situaties geleid.
Om 13:00 gingen we lunchen. Het strand werd steeds voller en voller. Tot zover hadden we nog geen EHBO hoeven te verlenen, wat vrij bijzonder was voor de hoeveelheid mensen op het strand. Na
de lunch kwamen de eerste EHBO-patiënten bij onze post. Dit waren vooral jonge kinderen die hun hand of voet open hadden gehaald aan de scherpe stenen die hier en daar op de bodem liggen. Tom
en Johanna die op dat moment bij de post waren, hebben de EHBO verleent. Toen ik met Johanna in de boot zat zagen we in de verte een rubberboot. Hij leek op de kop te liggen. Toen we dichterbij
kwamen, bleek dit inderdaad het geval te zijn. Beiden dachten we aan een grap. De verwachting was dat de kinderen onder de boot zich aan het verstoppen waren. Toen ik de boot omdraaide was
er echter geen kind te zien. Dit was een vreemde situatie en ik heb dit gelijk gemeld via de portofoon aan de CP (Centrale Post). Inmiddels werd ik aardig wegwijs in het omgaan met de portofoon en de
regels hieromtrent:
Ik: ‘’ HAS 118 voor CP, over.’’
Postcoördinator: ‘’ CP voor HAS 118, geef bericht over.’’
Ik: ‘’ Wij hebben een rubberboot aangetroffen die op de kop in het water ligt. Geen omstanders aanwezig over.’’
Postcoördinator: ‘’ Vaar nog even goed rond als er geen omstanders in de buurt zijn. Neem de boot mee naar de post over’’.
Ik: ‘’ Begrepen, over.’’
Postcoördinator: ‘’ Uit’’
Toen we de haven naderden riepen echter een drietal jongens onze toe. ‘’Dat is onze boot!’’ Ook weer opgelost! Later heb ik nog een afgebroken en ingescheurde nagel en een kapotte voetwrat
verbonden bij de EHBO-post. Al met al was het een leuke en leerzame dag. Reddingsbrigade Hasselt was blij met de samenwerking.